De evolutie binnen de aan te leren vaardigheden
PAV kent één zeer grote valkuil: omdat onze leerplandoelen ook geassocieerd kunnen worden met lesactiviteiten (samenwerken, opzoeken, meningen geven, berekenen, info presenteren, ...), denken leerkrachten soms dat het leerplan gerealiseerd wordt, als de activiteiten in de les worden voorzien. Dit klopt niet! Het is niet omdat je steeds opnieuw op de fiets zit, dat je ook daadwerkelijk beter kunt fietsen. Het leerproces moet ondersteund worden via tips, zelfreflectie, voorbeelden, gerichte oefeningen, stappenplannen of procedures, enz.
Elke leerkracht moet dus bewust blijvende leerwinst nastreven tijdens de vaardigheidstraining. Dit doe je door rekening te houden met 2 onderliggende principes.
Elke leerkracht moet dus bewust blijvende leerwinst nastreven tijdens de vaardigheidstraining. Dit doe je door rekening te houden met 2 onderliggende principes.
Leerlijnen over de graden heenVanzelfsprekend bouwen de eindtermen en leerplannen van de verschillende graden op elkaar verder. Sommige leerlijnen zijn goed zichtbaar, de doelen hebben een directe, bijna letterlijke link. 'Zelfstandig info kunnen opzoeken' volgt natuurlijk op het doel om 'onder begeleiding info te zoeken'. Andere doelen bouwen dan weer indirect op elkaar verder. Om in groep te kunnen werken in de tweede graad, is het bijvoorbeeld nodig dat men in de eerste graad al heeft leren plannen.
Op de onderstaande afbeelding vind je een overzicht van de koppeling tussen een eindterm uit de tweede graad en ontwikkelingsdoelen. Let hierbij op: de ontwikkelingsdoelen in de blauwe kaders zijn de indirecte doelen en de ontwikkelingsdoelen in de witte kaders zijn de directe doelen. Indien de afbeelding moeilijk zichtbaar is, kan je ook het bijgevoegde document openen.
|
Ga zelf op zoek naar een leerlijn van de eerste tot de derde graad voor het doel dat je koos bij de vorige verwerkingsopdracht (vorige pagina).
Vermeld zowel direct als indirecte doelen die op elkaar voortbouwen. Breng je overzicht mee naar het eerstvolgend contactmoment. |
Leerlijnen binnen eenzelfde jaar
Ook binnen eenzelfde jaar moet je er steeds naar streven om lln een bepaalde vaardigheid beter, sneller of zelfstandiger te laten uitvoeren. Dat betekent dat je ook binnen je eigen planning steeds moet zoeken naar een leerwinst voor de geselecteerde vaardigheid bij een volgend project of thema. We illustreren dit idee aan de hand van een leerplandoel uit de tweede graad:
8. Onder begeleiding en in relevante concrete situaties wiskundige technieken en denkmethoden met behulp van elektronische hulpmiddelen toepassen: de regel van drieën.
Uit het ordeningskader van de eerste graad leiden we de leerstofgebonden beginsituatie af: • FR 18 De leerlingen kunnen een rekenopgave oplossen en controleren (WIS 12) • FR 21 De leerlingen kunnen de te bekomen uitkomsten vooraf schatten en achteraf controleren. (WIS 15) • FR 22 De leerlingen kunnen met een zakrekenmachine optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen (WIS 14) • ORG09 de leerlingen kunnen in reële situaties rekenen met geld (WIS 50) |
Voor een eerste thema selecteren we dan een concreet gedrag/doel dat binnen deze vaardigheid past en voortbouwt op de beginsituatie:
De leerlingen kunnen onder begeleiding en met behulp van een stappenplan en een rekenmachine de regel van drieën toepassen in recht evenredige situaties.
Het stappenplan dat bij dit doel hoort, vind je in De Beucker, M. & Rosius, H. (2013). PAVaardig werkwijzers voor PAV.
Verdere doelen voor vervolgthema’s tijdens de tweede graad:
De leerlingen kunnen onder begeleiding en met behulp van een stappenplan en een rekenmachine de regel van drieën toepassen in omgekeerd evenredige situaties.
Moeilijkheid: van recht evenredig naar omgekeerd evenredig.
De leerlingen kunnen onder begeleiding en met behulp van een rekenmachine de regel van drieën toepassen.
Moeilijkheid: zonder stappenplan en situaties met recht en omgekeerd evenredig door elkaar.
De leerlingen zelfstandig met behulp van een rekenmachine de regel van drieën toepassen.
Moeilijkheid: zelfstandig. Enkel voor sterke groepen, want dit gaat verder dan het leerplandoel van de tweede graad. Ze moeten dit pas in de derde graad kunnen.
De leerlingen kunnen onder begeleiding en met behulp van een stappenplan en een rekenmachine de regel van drieën toepassen in recht evenredige situaties.
Het stappenplan dat bij dit doel hoort, vind je in De Beucker, M. & Rosius, H. (2013). PAVaardig werkwijzers voor PAV.
Verdere doelen voor vervolgthema’s tijdens de tweede graad:
De leerlingen kunnen onder begeleiding en met behulp van een stappenplan en een rekenmachine de regel van drieën toepassen in omgekeerd evenredige situaties.
Moeilijkheid: van recht evenredig naar omgekeerd evenredig.
De leerlingen kunnen onder begeleiding en met behulp van een rekenmachine de regel van drieën toepassen.
Moeilijkheid: zonder stappenplan en situaties met recht en omgekeerd evenredig door elkaar.
De leerlingen zelfstandig met behulp van een rekenmachine de regel van drieën toepassen.
Moeilijkheid: zelfstandig. Enkel voor sterke groepen, want dit gaat verder dan het leerplandoel van de tweede graad. Ze moeten dit pas in de derde graad kunnen.
Formuleer voor het eerder gekozen leerplandoel of eindterm meerdere concrete lesdoelen die binnen eenzelfde schooljaar op elkaar kunnen voortbouwen. Voorzie telkens een stijgende moeilijkheid.
Breng het resultaat van je denkoefening mee naar het eerstvolgende contactmoment. Graag snel vooruit?
Oefen jezelf eventueel ook al in het opbouwen van een (willekeurige) lessenreeks. Dit doe je door hier te klikken. |